Plantencolumn: Doodsbeenderenboom
De Doodsbeenderenboom is een
unieke verschijning!
De Gymnocladus dioica heeft diverse namen zoals Doodsbeenderenboom, Hertengeweiboom en Kentucky coffee tree. De Nederlandse naam Doodsbeenderenboom dankt deze ‘spooky’ boom aan zijn knokige, bruingrijze twijgen die enigszins blauwig berijpt zijn.
Gymnocladus is afgeleid uit het Grieks en betekent naakte tak. In gewoon Nederlands een boom met weinig takken en Dioica betekent tweehuizig. De stam en de oudere takken zijn erg ruw en diep gegroefd.
Eigenschappen van de Doodsbeenderenboom (Gymnocladus dioica)
De Gymnocladus dioica komt van nature voor in de oostelijke staten van Amerika. De boom heeft een voorkeur voor open, goed doorwortelbare, vochtige vruchtbare gronden. De boom heeft een half open grillige kroon en onregelmatige takken met zeer grote blad littekens.
De Doodsbeenderenboom komt vrij laat in blad, zo rond april/mei. De bladeren zijn samengesteld dubbel geveerd en kunnen tot 100 cm lang worden. Het blad loopt zacht roze uit om later tot diep groen te verkleuren. In de herfst wordt het een prachtige diep gele herfst verkleuring.
De bloemen zijn onopvallend, wit en komen bij ons zelden voor, evenals de peulen. De sierwaarde zit hem echt in de grillige knokige twijgen en bijzonder mooi samengesteld groot blad. De jonge twijgen zijn lichtgrijs en behaard, later grijsbruin. Hierdoor is de gelijkenis met botten erg treffend.
Het is een boom die wij vaak als meerstammige struik in de tuinen toepassen en is ideaal voor de kleine tot middelgrote tuin. Heel mooi in combinatie met bamboe, grassen, varens en planten met grote bladeren, Astilboides en Hosta’s. Maar ook heesters zoals Aralia Elata (Duivelswandelstok), Decaisnea fargesii (Augurkenstruik) en Aesculus parviflora (Herfstpaardenkastanje) zijn ideale buren.
De Gymnocladus is een boom die je tuin een exotisch tintje geeft met z’n uitgesproken bladrijke zomerbeeld en kale, grillige winterbeeld.